Sint Maarten
Heel vroeger (in het jaar 316) leefde er in Hongarije een man, genaamd
Martinus. Hij was een ridder in dienst van de koning. Toen hij met een
groep soldaten naar Frankrijk reisde, kregen ze heel slecht weer. Het
regende, het werd koud en het ging vriezen. De mannen waren te paard en
wilden zo snel mogelijk naar de volgende stad gaan. Daar wilden zij
aankomen voordat de poorten sloten. Alle mannen behalve Maarten zetten
er flink de vaart in. Maarten reed rustig verder, hij spaarde zijn
paard. Het weer werd steeds slechter en Maarten kwam in een sneeuwstorm
terecht.
|
Toen Maarten eindelijk bij de stadspoort aankwam, trof hij er een man aan
die in lompen gekleed was. Deze man had het erg koud en zou de nacht zo
niet overleven. Maarten zag dat en scheurde zijn eigen warme mantel in
tweeën. Een helft gaf hij aan de man, de andere helft hield hij zelf.
Maarten's vrienden zaten al lang in de herberg en schaamden zich een beetje,
omdat zij doorgereden waren. Zeker toen zij ontdekten dat Maarten zijn
halve mantel had weggegeven. In die nacht had Maarten een droom. Hij
zag Christus met zijn halve mantel om. Dit maakte zoveel indruk, dat
Maarten het leger vaarwel zei en zich geheel wijdde aan de kerk. Hij
werd duiveluitdrijver en later zelfs bisschop van Tours (Frankrijk). Op
11 november 397 overleed hij en werd Tours een soort bedevaartoord. Hij
werd al snel heilig verklaard, er werden kerken naar hem genoemd en op
zijn sterfdag werd het Sint-Maartensfeest in het leven geroepen.
Maarten was een echte weldoener. Hij dacht alleen aan de mensen die het
slechter hadden dan hij. Hij deelde alles wat hij had.
|
Sint Maarten wordt gevierd op 11 november. Het is een feest van goedheid en
deemoed. Kinderen gaan op deze dag met lantaarns langs de deuren en
vragen om snoep of fruit. Sint Maarten wordt niet in heel Nederland
gevierd. Vooral in de uiterst zuidelijke en noordelijke provincies,
Drenthe, Overijssel en plaatsen met een Maartenskerk is het feest een
traditie.
|
Sint Pieter
In het Friese Grouw komt Sinterklaas helemaal niet, maar Sint Pieter,
de apostel van de lente, aan wie tot aan de Reformatie de dorpskerk was
gewijd. Vroeger werd Sint Pieter in grote delen van het land vereerd,
onder meer met Pietersvuren, maar om een of andere reden heeft alleen
Grouw hem in het hart gesloten. Op de avond voor zijn naamdag, 22
februari, doet Sint Pieter precies hetzelfde wat Sinterklaas in de rest
van het land doet.

Wel ziet hij er anders uit. Hij draagt een witte mantel in plaats van
een rode, berijdt een zwart paard in plaats van een schimmel en zijn
enige zwarte piet heet Hantjse Pik. Net als Sinterklaas wordt ‘Sint
Piter’, zoals de Friesen zeggen, ingevaren met een boot en ontvangen
door de burgemeester, maar hij verdwijnt niet in de nacht, hij wordt
feestelijk uitgezwaaid.
De
huidige viering dateert van 1908, toen een kleuterjuf de Sint qua
uiterlijk transformeerde tot bisschop. Sindsdien heeft het feest de
instroom van talloze nieuwe bewoners overleefd, niet in de laatste
plaats doordat dorpsonderwijzers de organisatie ervan in handen houden
en jaarlijks een sprookje over de heilige opvoeren. Zelfs de winkeliers
voegen zich naar zijn regime, ook al hebben ze geprobeerd als extraatje
de sinterklaasviering ingang te doen vinden. Interessant is het
uiterlijk dat Sint Pieter voor 1908 had. Een ketting aan zijn been, een
oude jas om waarop lekkernijen waren genaaid en een doek voor zijn
gezicht die alleen zijn ogen onbedekt liet.
Meer info over Sint Pieter in Grouw: www.sintpiter.nl
|